Wim Schermer Pendelproeven

Op het velomobielseminar heeft de Zwitser Charles Henry zijn rolweerstandsproeven gepresenteerd. Hij heeft ook verschillende meetmethoden bestudeerd. Bij zijn proeven blijkt in tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen de rolweerstandcoefficient wel degelijk snelheidsafhankelijk te zijn binnen het bereik dat de fietser gebruikt. En ook dat te verandering bij toename van de snelheid van deze coefficient bij verschillende banden niet gelijk is.

Bij de pendelsnelheid ontlopen de rolweerstandscoefficienten van bv de schredda en one banden elkaar volgens de metingen van Charles niet veel maar als je 40 km/h rijdt is die van de one banden beduidend lager. Bij deze metingen gaat het zuiver om de vervormingsweerstand, voor de luchtweerstand die bij verschillende banden ook anders kan zjn is gecorrigeerd.

De lage snelheid waarbij je meet lijkt dus een belangrijke beperking van de pendelmethode. groeten, Ymte

In de alledaagse praktijk heb je vaak te maken met ruw wegdek, gaten, hobbels door boomwortels e.d. Als je pak 'm beet 120 kg weegt incl. velomobiel, dan kun je wel nagaan wat de bandjes moeten opvangen en hoe wil je dat in een "laboratoriumopstelling" testen? Daarom denk ik dat ballonbanden in de praktijk nog veel beter rollen dan de test doet vermoeden, en dat pleit in dit geval voor b.v. de Schredda's tov de One banden. Iedereen die skate/skeelert weet hoe enorm groot het verschil is tussen glad en ruw asfalt. Skeelerwielen zou je kunnen vergelijken met extreem hard opgepompte smalle bandjes.

Dag Piet,
dergelijke invloeden kun je eigenlijk alleen testen in de praktijk met een fiets met een vermogensmeter, je meet echter kleine verschillen en het is heel moeilijk de overige omstandigheden gelijk te houden.
Groeten, Ymte