Gereedschap
Toertocht rijregels
Gepubliceerd op 19 december 2009 00:00
(471 keer bekeken) 0
Dit jaar staan er nog twee toertochten op het programma: de oliebollentocht en de appelflappentocht. Vooral de oliebollentocht trekt veel deelnemers, en dan is het goed om de afspraken over het rijden in een groep nog eens door te nemen.
Binnen de kampeer- en toercommissie (KaToCo) is gesproken over deze regels, de basis komt voort uit de ervaring van de tochten naar Giessen en een discussie op de ligfiets Google groep.
Het rijden in een groep
Hieronder volgen tips voor het in groep rijden van een (flinke) tocht. Opgetekend naar ervaringen van o.a. de Velomobieltochten naar Giessen. Uitgangspunt is Samen uit, Samen thuis. Enne: Rustig rijden met minder pauzes brengt je bijna even snel van A naar B als erg hard rijden.
- Voorop rijdt de voorrijder die de weg kent. Hij/zij geeft vooraf instructies over snelheid, stops en evt. groepsregels. en wat te doen bij problemen.
- De aanvoerder probeert met een constant vermogen te fietsen (of constante hartslag) zodat de gene achter hem kan volgen
- Direct daar achter rijden de minder ervaren en/of langzamere fietsers
- Verder naar achter rijden de snellere en meer ervaren rijders
- Hekkensluiter is bij voorkeur een snelle en ervaren rijder die de route kent of heeft, en contact kan leggen met de voorhoede.
- Als iemand lek rijdt fietst de rest gewoon door, de hekkensluiter of een van de andere ervaren rijders biedt assistentie en helpt bij het terugrijden naar de groep.
- Let steeds op de rijder achter je. Beschouw de groep als een elastiek. Laat het niet knappen!!
- Zorg dat je contactgegevens hebt van de voorrijder, mobiel nummer o.i.d. en geef evt. het jouwe aan hem/haar.
Toelichting
Het is handig als de voorrijder zowel de route goed kent alswel tempovast is. (TIP: Je kunt je laten assisteren als een van deze twee kwaliteiten wat minder aanwezig is ;-) ) De voorrijder kan overwegen om afhankelijk van groeps-samenstelling of -grootte, afstand etc. de groep op te splitsen. Dat liever in harmonie vooraf dan onderweg.
Direct achter de voorrijder is het het makkelijkste rijden, de variatie in inspanning om bij de groep te blijven is hier het kleinst en daarom is dat de plaats voor de minder snelle rijders. Let wel: het zijn deze rijders die het tempo van de hele groep bepalen, ongeacht of ze voor of achterin rijden! En door direct achter de voorrijder te rijden krijgen die rijders ook de meeste pauze. Verder heeft de voorrijder directe feedback over de meest optimale snelheid. Een klassieke kreet van mensen die het moeilijk hebben is: "Laat mij maar, ik kom wel achter jullie aan" en juist die opstelling vertraagt de hele groep en trekt hem uit elkaar. TIP: Je hoeft helemaal niet snel te rijden om een flinke afstand af te leggen. Het gaat wat te ver om langzame rijders te voorzien van een 'L', maar dit zou wel duidelijk zijn. Een beetje assertiviteit als je het moeilijk hebt kan geen kwaad.
Verder naar achteren gaat de groep steeds meer jojoen. Hier rijden kost daar dus meer inspanning.
Het dichtrijden van gaatjes en de grotere inspanningswisselingen maakt dat achter in de groep de plek is voor de snelste/sterkste rijders.
Spreekt voor zich. De achterrijder is ook de plaats om je af te melden als je de groep wilt verlaten of te vragen om een lager tempo als je de voorhoede niet meer kan bereiken. Hij kan immers overleggen met de voorrijder.
Het doorrijden van de groep bij pech is ook belangrijk. Bij het wachten koel je af en wordt het ritme verbroken. Hoe groter de groep, hoe meer kans op (herhaaldelijk) oponthoud. Meer dan 1 of twee helpers is niet nodig en het gat met de groep is met een klein groepje makkelijker dicht te rijden. Voor de organisatie is het van belang dat de achterrijder de route kent, zeker in een groep die minder ervaren is (zoals bij Herfst- en Paastreffen). Met de huidige hoeveelheid GPS'en is dat iets minder belangrijk geworden, maar dan moet er nog steeds iemand achterin rijden met de juiste route op een goed werkende GPS. En met de mogelijkheid om contact te maken, telefoon of walky-talkie dus. Wissel deze gegevens uit. Als de achterrijder besluit om te assisteren, dan moet hij eerst een andere achterrijder aanwijzen en aangeven aan de voorrijder dat hij achterblijft.
Om te zorgen dat de groep niet in stukken uiteen valt zal jij als deelnemer op moeten letten dat de rijder achter je jou blijft zien. Vooral in stedelijk gebied, maar ook in andere situaties. Bij een afslag check je of jij de rijder achter jou ziet afslaan, zodat hij/zij de afslag niet mist. Houdt desnoods even in, of wacht bij een lastig punt. Degene voor jou houdt jou weer in de gaten.....De groep gedraagt zich dus als een elastiek. Laat het niet knappen!! Zo let iedereen op iemand, en kan de groep wel over lange afstand rijden, maar nooit uiteen vallen. Dit is nog de moeilijkste opdracht van het in groep rijden. Pas dus op! Dit geldt niet voor de achterrijder, als hij assistentie verleent. Hij kan altijd contact leggen met de voorrijder voor overleg. En vallen er gaten, stuur dan evt. mensen naar voren.
Er kan altijd iets onverwachts gebeuren. Zorg dat je ten alle tijde zelfstandig verder kunt. Weet hoe je de groep kunt bereiken. Wissel liefst contactgegevens met diverse rijders in de groep. En zorg dat je een kaart bij je hebt, en de gegevens van het eindpunt en/of de voorrijder. De voorrijder is nooit verantwoordelijk voor jouw gedrag of problemen. Natuurlijk helpt eenieder elkaar naar vermogen, maar ook:
ieder doet op eigen verantwoording mee aan de groepsreis.
De groep deelnemers aan de appelflappentocht is nog klein (hint, hint), maar voor de oliebollentocht – met meer dan 100 deelnemers – zijn aanvullende afspraken noodzakelijk.
Redactie
Reacties (0)